Geplaatst op 31-8-2021 door Jeroen
Vijverplanten snoeien
Een vijver onderhouden betekent ook zo nu en dan vijverplanten snoeien. Hoe dat precies moet gebeuren, is afhankelijk van het type vijverplant.
Vijverplanten snoeien: zo doet u dat
Zuurstofplanten
Zuurstofplanten zijn heel belangrijk voor onder andere de helderheid van uw vijver. Ze kunnen hun werk het beste doen zolang ze in de groeifase zitten. Maar zodra ze aan het wateroppervlak komen, stagneert de groei. We raden daarom aan om uw zuurstofplanten steeds tot ongeveer 15 centimeter onder het wateroppervlak terug te snoeien. U kunt de gesnoeide delen van de zuurstofplanten eventueel in een nieuwe vijvermand zetten om ze te vermeerderen.
Oever- en moerasplanten
De meeste oever- en moerasplanten zijn relatief snelle groeiers en moeten daarom minstens elk jaar gesnoeid worden. Dit kunt u in de herfst doen, wanneer de plant begint af te sterven; u knipt dan simpelweg de dode delen van de plant weg. Indien u moerasplanten wilt vermeerderen kunt u ze ‘scheuren’. U splitst de plant dan op zo’n manier dat er aan beide delen wortels én bladeren zitten. Doe dit wel in het voorjaar, zodat de gescheurde plantjes nog een heel seizoen hebben om tot volwaardige exemplaren uit te groeien.
Drijfplanten
Veel drijfplanten, waaronder het mosselplantje, de kikkerbeet en puntkroos, zijn niet in staat om een strenge winter te overleven en zullen dan ook afsterven. Om te voorkomend dat rottende planten de waterwaarden in uw vijver uit balans brengen, is het raadzaam om de dode (delen van) de drijfplanten na het afsterven zo snel mogelijk te verwijderen.
Waterlelies
Bij waterlelies dient u in het najaar de verkleurde bladeren af te knippen en te verwijderen, zodat ze niet in de vijver blijven liggen en kunnen gaan rotten. Indien de lelies in het voorjaar zo snel groeien dat er te weinig zonlicht in de vijver komt, is het gewenst ook de groene bladeren uit te dunnen.